Pamela Kribbe channelt Maria

Lieve mensen,

Ik ben Maria. Ik groet jullie allen. Ik ben met jullie en breng de liefde van de hemel bij je. De hemelen zijn niet ver weg; ze zijn hier en nu aanwezig. Dwars door jullie, dwars door de fysieke materie heen is er een levend licht dat alles verbindt. Nooit kan die verbinding verbroken worden; mensen kunnen die niet verbreken. Hoe sterk ze zich ook in zichzelf terugtrekken vanuit angst en innerlijke verwarring, de verbinding blijft bestaan. Je lichaam is verbonden met het geheel: met de Aarde, met de Hemelen, met alles wat leeft, ademt en een ziel heeft.

Er is een groot web van licht dat jullie doordringt. Je lichaam weet het; het voedt zich met dit licht. Het ademt het in, ook al weet jij het niet. Als je slaapt of heel diep ontspannen bent, kunnen de cellen van je lichaam het nog dieper in zich door laten dringen. De menselijke geest, vaak vol verwarringen, komt dan niet tussenbeide. Soms kun je je dan heel verkwikt en vervuld voelen zonder dat je weet waarom. Waarom het gaat, is dat je deze liefde en het licht dat alles verbindt, tot je bewustzijn laat doordringen, zodat er een bewuste verbinding ontstaat tussen het licht en jouw bewustzijn. Dát betekent het een verlicht bewustzijn te hebben: dat je werkelijk toegeeft aan de liefde en de verbinding die er altijd is.

Maak nu verbinding met de Aarde, met de kern, met het middelpunt van de Aarde, met haar ziel. De ziel van de Aarde is zich bewust van de liefde en de verbinding tussen alles. De ziel van de Aarde wil jou voeden en je weer opnemen in het web van liefde. Stel je nu voor dat je een boom bent die zijn wortels openstelt voor voeding vanuit de Aarde. Uit de Aarde komt licht. Het stroomt je voeten binnen, je benen in, en het stroomt door naar het bekken. Je voelt het zuivere licht van de verbinding, je voelt dat je één bent met het leven op Aarde. Laat het door je ruggengraat omhoog stromen tot in je hart. Voel dan dat er een verdwaald kind in je is dat het helemaal vergeten is: deze oeroude verbinding die alles met alles in verband brengt, het deel van het geheel zijn waardoor je mee beweegt op alles wat er om je heen gebeurt.

Met alle relaties waar je je in begeeft, is er een constante wisselwerking, waarin je geeft en ontvangt, geïnspireerd wordt of pijn ervaart. Er is doorlopend verbinding en uitwisseling. Tegelijk is er een kind in jou dat zich alleen voelt, niet verbonden. Zoek dit kind in jezelf op. Dit is het kind dat jouw liefde nodig heeft.

Stel je voor dat het bij je zit en je aankijkt. Stel je voor dat jij het de sterren aan de hemel laat zien en vertel het:”Jij bent daar deel van. Het is groot en onbevattelijk. In alle dingen is een kracht werkzaam waarvan jij niet uitgesloten bent. Er is een hand die jou draagt.” Wees die hand voor het kind in jou dat verdwaald is.

Degene die dit zegt tegen het kind, dat is jouw ware zelf, jouw grote ziel; die is verbonden met het geheel. Het kind wil thuiskomen; het kan het niet langer alleen. Neem het in je op en aanvaard het zoals het is. Probeer het niet te veranderen. Probeer eens scherp te zien waar de grootste pijn zit in het verdwaalde kind in jou. Welke emotie weegt het zwaarst? Voelt het zich in de steek gelaten, alleen, verdrietig, onbegrepen of boos? Vergeef het kind dat het zich zo voelt; het is in verwarring geraakt.

Het zoekt de weg naar huis. In dat zoeken maakt het kind allerlei misstappen. Het zoekt op plaatsen waar geen licht te vinden is. Het raakt verstrikt in dwaalwegen. Het gaat soms relaties aan die het bezeren, die het pijn doen; relaties waar het kind zich in verliest en denkt de oplossing te vinden, maar het niet vindt. Dan wordt het op zichzelf teruggeworpen in diepe eenzaamheid. Het leek een bevestiging te zijn dat er geen licht is op aarde, dat er eenzaamheid is en wanhoop.

Velen van jullie voelen zich gefragmentariseerd, versnipperd alsof je in stukjes uiteengevallen bent. Het stiltepunt, het middelpunt van je zijn, lijkt dan zoek; dan word je het bange kind in jezelf, ontredderd. Maar in de diepste ontreddering open je je weer voor het geheel, want het valt niet te ontkennen: het is nooit weggeweest. Het wil jou voeden en vullen. Soms is er een diepe crisis nodig om je open te stellen voor dit licht. Het niet meer weten, het niet meer snappen, het opgeven, is vaak de poort tot een nieuw begin, een opening, een terugkeer naar de verbinding die er altijd is. Oordeel dus niet over pijn, ontreddering of verwarring die je ervaart: het kan de poort zijn tot een terugkeer naar huis, naar je ziel, naar de kern, naar het middelpunt dat je zo mist.

Ik nodig jullie uit om daar een stap naar toe te zetten. Doe dat door allereerst je verdwaalde kind te omringen met aandacht en liefde. Het te zien en te herkennen is een enorme stap voorwaarts. Er is een kracht die jou omringt en je wil bijstaan. Je mag het God noemen, je mag het de naam van een gids geven. Waar het om gaat: in wezen ben jij het zelf, alleen weet jij niet meer dat jij het bent; je bent verdwaald geraakt.

Voel de energie van thuis, van de bron. Je mag het alle namen geven die je wilt, alle gezichten, alle verschijningsvormen. Kies maar een naam die bij jou past, nu op dit moment. Kies een verschijning of gestalte die jou geruststelt. Laat die bij je komen en je helemaal omringen met veiligheid en geruststelling. Voel het stromen door je ruggengraat heen, je bekken in, door je benen en voeten. Je bent verbonden.

Dank je wel.

© Pamela Kribbe

Tekstredactie: Ben van den Broek