Pamela channelt Jeshua

Audio

Lieve mensen,

Die spreekt, dat ben ik, Jeshua.

Ik groet jullie allen.
Vanuit mijn hart ben ik bij jullie als vriend en als broer. Net als jullie ben ik mens geweest, en was ik in een lichaam van vlees en bloed. Ik heb in mijn leven de diepte van het menselijk bestaan ervaren en weet wat het is om door een nacht van de ziel te gaan, alleen te zijn, intens verlaten, en me wanhopig te voelen, verstoken van het licht, verstoken van liefde, verstoken van het gevoel thuis te zijn, verbonden met het geheel. Je zo heel alleen en eenzaam te voelen op je weg is deel van het leven op aarde. Die ervaring kan je uiteindelijk heel maken, je een verdieping brengen die je dichter brengt bij wie je écht bent: een levende ziel, gemaakt van eeuwig, onsterfelijk licht.

Voel die energie eens, de energie van je ziel. Die is van een dimensie die uitreikt boven het aardse bestaan, die veel meer is dan alleen de materie die je om je heen ziet, meer dan het uiterlijk van de dingen. Deze energie is veel meer dan het lichaam dat je bewoont en de dingen die je ziet met je fysieke zintuigen.
De ziel brengt je naar binnen, je binnenwereld in, de wereld van het gevoel. De ziel leeft in je hart en wil bij jou wonen. Je bent hier op aarde geïncarneerd als mens om je ziel hier gestalte te geven, om haar hier op aarde te laten stralen in een lichaam van vlees en bloed, om het licht van de hemel hier zichtbaar te maken en voelbaar te laten worden.

Eigenlijk is er een heel natuurlijke stroom van de ziel en van de wereld van het ongeziene uit naar de aarde toe, naar jou toe als mens in een lichaam. Ziel en lichaam, ziel en mens zijn van nature met elkaar verbonden. Ze horen bij elkaar. De ziel wil door jouw aardse persoonlijkheid, door jouw lichaam heen stromen. En als die stroom er is, vanuit de ziel naar het lichaam, is er vreugde in je hart. Je voelt je dan blij en zorgeloos, licht en gelukkig. Het stroomt in je leven, en je hebt geen zorgen over de toekomst. Je bent in het nú, je bent helemaal aanwezig. Er is een verticale as, een lijn van boven naar beneden, die jou steeds inspireert en moed geeft. Dat is wat de energie van de ziel met je doet. Ze geeft je moed, vertrouwen en vreugde, ze laat je genieten. Dat zijn de tekenen dat je in contact staat met je ziel.

Wanneer het leven je voor moeilijke omstandigheden plaatst, wanneer er een crisis of een heftig verlies is in je leven, dan wil de ziel jou tot steun zijn, jou troosten en bemoedigen en je een perspectief laten zien dat verder reikt dan het menselijk oog alleen. De ziel wil je wijzen op een land dat achter de horizon ligt, achter de horizon van het bekende. Daar ligt het antwoord dat je zoekt, de zin en de betekenis van wat je ervaart in een crisis of in een pijnlijke of moeilijke periode. De ziel ziet het nieuwe land al liggen en de ziel wil jou bemoedigen om daarop te vertrouwen, en niet op te geven.

Waarom is het zo moeilijk de leiding van je ziel te ervaren in je leven als mens,  zeker in periodes waarin het vanuit menselijk oogpunt tegenzit, waarin je bijvoorbeeld ziekte ervaart, het verlies van een dierbare of andere ernstige situaties die je de moed doen verliezen? Waarom is het dan zo moeilijk het contact met je ziel vast te houden?

Als mens worden jullie van jongs af aan ontmoedigd om te vertrouwen op de signalen van je ziel, op de taal van je ziel. Ga maar eens na: hoe vaak word je niet ontmoedigd om je gevoel van vreugde te volgen? Want er is zoiets als plicht, er zijn regels, moraal, discipline. Al vroeg wordt je geleerd dat dát het goede is: een gevoel van je plicht vervullen, gehoorzaam zijn, goed, netjes of braaf zijn wordt je al gauw aangepraat als het juiste, als dat wat jou tot een beter mens maakt. En het gevoel van zin hebben in, ergens plezier en blijdschap in ervaren, je gewoon lekker voelen, doen waar je zin in hebt: dat wordt afgedaan als onverantwoord, kinderachtig; dan zou je geen rekening houden met anderen! Nog erger: dat gedrag wordt bestempeld als egoïstisch, ronduit verkeerd.

Je wordt al van jongs af aan ontmoedigd om de stem van de vreugde, de taal van je ziel, te volgen. Dat komt doordat het leven op aarde al heel lange tijd  wordt geregisseerd vanuit de stem van angst. Het leven, zo denken velen, moet bestuurd worden, op orde gebracht. Er moet hard gewerkt worden, gezwoegd en geleden. Je kunt niet zomaar vertrouwen op wat je natuur je spontaan aanreikt. Je moet je laten leiden door regels en normen. Die zijn bedacht door anderen, door mensen die het zogenaamd weten, autoriteiten buiten jou. Vroeger waren dat vooral kerk en religie. Later ontstonden er andere dogma’s vanuit andere levensbeschouwingen. Zelfs vanuit de wetenschap die eerst heel neutraal en objectief wilde zijn, maar die later ook haar eigen set dogma’s ontwikkelde.

Bij dit alles zie je een kloof ontstaan tussen jouw spontane natuur als kind en dat wat je geleerd wordt vanuit je omgeving en wat vaak is gebaseerd op angst. Dat is een angst die ook werd meegegeven aan jouw ouders door hún ouders. Angst was deel van het opvoedingsideaal. Het werd als goed en verantwoord beschouwd om een kind op te voeden met waarden als gehoorzaamheid, plichtsgetrouw zijn, je gevoel leren beheersen, je emoties leren wegstoppen.

Zie nu hoe de band tussen wie jij bent als mens en wie jij bent als ziel, verbroken is geraakt door de informatie om je heen die je als kind absorbeerde, en die je heel vanzelfsprekend in je opnam. Want een kind heeft nauwelijks buffers naar de omgeving. Het neemt als een spons in zich op wat er aangeboden wordt aan ideeën, gevoelens en energieën.
En wat doe je dan als kind, als je niet meer mag vertrouwen op de stem van je hart, de stem van je ziel? Je probeert er het beste van te maken. Ieder mens probeert in zijn leven veilig te zijn, een plek te creëren voor zichzelf waar hij of zij zich veilig kan voelen.

In dit leven bouwen mensen een huis voor zichzelf, opgebouwd uit stenen, om daarin veilig te zijn voor anderen, voor aanvallen van buitenaf. Het figuurlijke huis dat de maatschappij je aanbiedt, is opgebouwd uit ideeën, overtuigingen, emoties en gedragspatronen, met als fundament angst.
Onbedoeld wordt zo’n huis, dat gebouwd is op een fundament van angst, een barrière tussen jou en je ziel, tussen waarin jij bent gaan geloven en je ware aard, je spontane aard.

Wat gebeurt er in je leven? Vroeg of laat wordt je huis van buitenaf bedreigd, dat huis waarin je overleefde, dat huis dat je steen voor steen hebt opgebouwd, zo goed en zo kwaad als het ging. Op een gegeven moment komen er stormen, komt er regen, onweer, bliksem, en begin je je onveilig te voelen, omdat je je realiseert dat je huis misschien niet stand kan houden, dat het mogelijk verwoest wordt. En soms gebeurt dat ook: storten de ramen in, of zelfs de muren. Dan kan het zijn dat je in de nacht van de ziel terecht komt. Je voelt je uitermate bedreigd. Al je zekerheden worden je ontnomen. Je voelt je uiterst alleen en verlaten.

Is het werkelijk een bedreiging die jouw huis van buitenaf aanvalt? Je bent geneigd te denken van wel. Je voelde je toch wel zeker en veilig in dat huis, ook al was er misschien niet optimaal sprake van vreugde, genieten en creativiteit in je leven. Maar je was gewend geraakt aan dit huis. En nu komt er iets van buitenaf wat deze vesting bedreigt!

Stel je maar eens voor dat je in zo’n eigengemaakt huis leeft en woont! Kijk er eens rond. Zie je zelf in de kamer zitten. Het is de kamer die je voor jezelf hebt gebouwd. Hoe voelt het daar aan op dit moment? Voelt het er prettig, rustig? Is er misschien ook iets van beklemming, gevangenschap? Stel het eens rustig vast.
En stel je nu eens voor dat er aan de deur wordt geklopt. Iemand wil naar binnen. Kijk eens wat voor gevoel dit bij je oproept. Is er angst, een gevoel van bedreiging?
Nu hoor je ook de wind om het huis heen waaien, de wind van verandering, de wind van transformatie. Kijk eens of je jezelf ertoe kunt brengen de deur te openen voor degene die daar aanklopt. Je bereidt je misschien voor op het ergste. Als jijzelf de deur niet open doet, zal uiteindelijk de wind er de macht over krijgen en de deuren en ramen van je huis openslaan. Kijk nu eens wie daar staat, wie jouw gast wil zijn. Het is een engel van licht. Het is geen vijand.

Aan de deur staat een vrouw of een man, met een fakkel van licht in de hand. Deze gestalte wil binnenkomen en jouw huis van binnenuit verlichten. Durf je die gestalte binnen te laten? Kun je haar of hem in de ogen zien? Het is een boodschapper van je ziel, en de tekenen die aankondigen dat de boodschapper bij je wil komen, kunnen onheilspellend zijn. Die kunnen komen in de vorm van noodweer of bedreiging, in de vorm van ziekte, ontslag, of verlies.

Maar eigenlijk is er één boodschap die jou wil bereiken: je ziel wil je vragen je oude huis op te geven, te verlaten. En het leven wil je daarbij helpen. Dat wat jij ziet als crisis, als noodweer, komt je in feite te hulp. Het huis zal afgebroken moeten worden, want je ziel wil je leiden naar een nieuwe woning, een woning die ruimer is en veel meer licht kan doorlaten, een woning die in een nieuw land staat. Maar je kunt dit huis niet vinden als je werkt vanuit oude patronen, angsten en overtuigingen die je zijn aangeleerd.
Het gevoel dat je bestaande huis wordt afgebroken zonder dat het nieuwe in zicht is, het ontbreken van zekerheden, het gevoel een vrije val te maken: dát is de nacht van de ziel!

Maar zie je wat er gebeurt vanuit een ruimer perspectief?
De ziel wil de verbinding met jou herstellen, met jou als mens. Dat wat tussen jullie is komen te staan als een dam, als een wig – dat huis, gebouwd op een fundament van angst – moest eerst instorten voordat de ziel jou weer kon bereiken.

Het gaat erom dat jij erin gelooft dat dit de ware aard is van een crisis: dat het gericht is op herstel van contact tussen jou en je ziel. Kun je het licht van de boodschapper die aan jouw deur klopt toelaten in je hart? Kun je die engel begroeten? Kijk eens of dat lukt. Daarbij helpt het misschien als je jezelf ziet veranderen in een kind. Een kind ontvangt makkelijker. Het weet nog niet zoveel. Het zit niet zo vast in bepaalde overtuigingen.

Stel je maar eens voor dat je kleiner wordt, dat je weer kind wordt. Klim eens op de rug van die engel. Als je er vleugels bij ziet, is dat goed. Houd je maar vast aan die vleugels. Vlieg mee. Vlieg mee met die engel. Fantaseer het maar, je hoeft het niet te zien. Maak er maar een mooie fantasie van zoals kinderen dat spontaan doen. Stel je voor: je vliegt op de rug van de engel mee. Je ziet je eigen ingestorte huis van boven, en voor een moment neem je het gevoel van die engel over. Je maakt je helemaal geen zorgen over de toekomst en over het ontbreken van zekerheden. Je geniet van het vliegen… je vindt het heerlijk … een gevoel van vrijheid en veilig zijn.

En nu zie je een plek op aarde verschijnen waar de engel naar toe vliegt. Er staat een nieuw huis op. Laat het maar verschijnen voor je geestesoog. Je hoeft het niet helemaal precies te zien. Het mag ook vaag zijn, en je mag er ook gewoon een gevoel bij hebben: een gevoel van schoonheid en overvloed. Durf jezelf eens onbeperkt het mooiste huis van je dromen te geven! Kijk eens waar het staat, kijk eens hoe de omgeving er uitziet.

En nu ben je geland op de grond. Je houdt de hand vast van de engel die bij je staat … en je verwondert je over de schoonheid van het huis en de omgeving. Laat het op je inwerken. Laat je door die engel meevoeren, iets dichter naar dat huis toe. Misschien is er buiten een balkon of een trapje waar je even op wilt gaan zitten. Misschien wil of kun je wel naar binnen toe. Kijk maar of je ergens een plek vindt waar je kunt gaan zitten. Word eens helemaal stil als je daar zit.
Verwonder je als een kind, en kijk je om je heen. Zie hoe de engel naar jou glimlacht, hoe zijn of haar ogen jou zeggen: ‘Dit is mogelijk voor jou. Dit is van jou! Geniet er maar van!’

Deze schoonheid, deze overvloed weerspiegelt jouw innerlijk kern, weerspiegelt wie jij bent. Je bent gemaakt van licht. Herinner je dit beeld wanneer je terugkeert naar je leven hier en nu. Er zijn altijd veel meer mogelijkheden dan je denkt. Jullie zijn opgevoed met denkbeelden die je beperken, die je blik vernauwen. Dat geldt met name voor de blik op jezelf, op je eigen mogelijkheden.

Die beperkende blik, die ben je niet ineens kwijt, maar je kunt in je leven wel steeds meer gaan vertrouwen op je spontane aard, op je gevoel in het moment zelf. Zodra het denken er bij komt, op het moment dat je iets denkt, vraag je dan af: ’Komt dit echt uit mij, of is dit mij aangeleerd van buitenaf? Is het echt mijn gevoel dat spreekt, of zijn het denkbeelden van angst, moeten, verplichting, schuld of zonde?’

Verlevendig het contact met je ziel door te vertrouwen op je gevoelens van vreugde.
Wat jou echt vreugde en plezier geeft, komt uit je hart, komt uit je ziel. En als het heel donker is in je gemoed, als je je somber of terneergeslagen voelt, vraag je dan eens af: komen die sombere gevoelens vanuit oordelen die ik op mezelf afvuur, oordelen dat ik niet goed ben, dat ik faal, dat ik een mislukkeling ben? Besef dat die oordelen niet waar zijn. Ze zijn gebaseerd op angst en tekort. Ze komen niet vanuit je ziel. Ze hebben niets te maken met ware spiritualiteit of deugdzaamheid. Het zijn stemmen van de angst.

Je bent goed zoals je bent, helemaal! Kijk naar het kind in jezelf. Zie in dat kind de onschuld en de zin om te leven, de levenszin. Geef dat kind weer het vertrouwen dat het verdient. Vertel het hoe mooi het is. Vertel dat het mag dromen en fantaseren, dat het grootse denkbeelden mag hebben, dat het zich niet hoeft te laten beperken door de moraal van deze wereld.
Het mag zijn die het is. Zo kan de ziel doorstromen naar deze wereld. Daar hebben we allemaal behoefte aan. Ieder van ons heeft behoefte aan de energie van zijn of haar eigen ziel. Door die toe te laten in jezelf, inspireer je ook anderen. Breek met het verleden, met de oude, beperkende ideeën.
Laat het huis van het verleden los. Laat de elementen – de regen, de wind, het onweer – het huis doen instorten.

Er is een nieuwe plaats voor jou achter de horizon: in een nieuw land, op een nieuwe aarde.

Ik vraag jullie te geloven in dit beeld. Laten we er samen naar op weg gaan!

Dank je wel voor jullie aandacht.

© Pamela kribbe

Tekstredactie: Ben van den Broek