Pamela channelt Jeshua  

Lieve mensen,

Ik ben Jeshua, jullie broer en vriend. Ik groet jullie allen. Het vervult mij met vreugde deze avond met jullie te delen. Dit is een tijd van donkerte, in meerdere opzichten. Het is winter, de dagen zijn korter. Dit nodigt uit meer in je huis te verblijven, meer op jezelf te zijn. Het is ook donker in de wereld. In de sfeer rondom de aarde, kijkend naar alle gedachten, stemmingen en gevoelens die daar heersen, zie je veel angst en zelfs vertwijfeling. Er is angst voor de veranderingen die elkaar nu zo snel opvolgen, er is onzekerheid over het kunnen overleven, over ziekte, pijn en lijden. Er heerst veel verwarring in mensen, en veel mensen ervaren duisternis in hun leven, iets wat hun vreugde teneerdrukt. Ik ben hier om je te herinneren aan wie je bent! Je bent van levend licht gemaakt. Uit licht kom je voort en tot licht keer je terug.

Wat is de betekenis van de lange reis die jullie zijn aangegaan? Vanuit het licht ben je oorspronkelijk gekomen, ben je uiteindelijk neergedaald op aarde, ben je mens geworden, en in dat mens zijn ervaar je ook het tegendeel van licht. Maar wat is licht? Hoe was het om in een hemelse sfeer van licht te verkeren, waar eenheid en harmonie heersten? Wat stel jij je voor bij de hemel, je thuis, je oorsprong? Ga er eens heen in je gedachten. Misschien kun je het gemak ervan, het vloeiende karakter van het leven daar herinneren? Je was verbonden met het geheel….er was een basisvreugde in je wezen, want je twijfelde niet aan de goedheid van het leven. Er was vreugde, creativiteit en avontuurlijkheid. Je borrelde over van levenslust. En wat doe je als je overborrelt van levenslust?

Vanuit je avontuurlijkheid voel je een natuurlijke drang om je grenzen te verleggen en nieuwe ervaringen op te doen. Je wilt exploreren en ontdekken wat er voorbij de horizon van het bekende ligt. Het universum is je speelterrein. Licht heeft van nature de eigenschap om te stralen, steeds verder uit te reiken. Dat is eigen aan licht, dat is eigen aan jou. Zo ging je op reis, ontdekte steeds nieuwe en onbekende gebieden, en kwam je als ziel terecht in situaties die vragen bij je opriepen. De vanzelfsprekende eenheid die je ooit ervoer kwam onder druk te staan. Op je vele reizen door het universum ben je in aanraking gekomen met vibraties die ver af staan van liefde, eenheid, licht. Toch werd je er als een magneet toe aangetrokken. Waarom was dat? Waarom ben je een reis aangegaan, die je de duisternis invoerde?

Op zich is duisternis niet iets verkeerds. Het is allereerst onbekend terrein: een gebied waar nog geen licht op gevallen is. Jij draagt een fakkel van licht in je hart, waarmee je duisternis kan verdrijven. Jouw licht heeft een transformerende kracht. Maar wat er gebeurt als je het avontuur van incarnatie aangaat en diep de materie indaalt, zoals jullie op aarde hebben gedaan, is dat je vergeet dat je die fakkel in je hart meedraagt. Dan kan de duisternis je meeslepen, en valt het gevoel van avontuurlijkheid en vreugde weg; je krijgt het idee verloren te zijn,  eenzaam en alleen in het universum. De weg naar thuis lijkt afgesloten. Dat is wanneer de duisternis groter wordt dan het licht.

Helaas is jullie binnen de geloofstradities op aarde vaak aangeleerd dat je het licht buiten je moet zoeken. God werd voorgesteld als een kracht buiten jou, waartegen je moest opkijken, die je moest dienen en gehoorzamen. Steeds meer richt je blik zich dan op autoriteiten buiten jou, die het beter weten vóór jou, en je vergeet je eigen innerlijke kracht, de fakkel van licht die je in je meedraagt.

Herinner je deze fakkel, op dit moment. Je bent van ver gekomen. Je bent in werkelijkheid een engel van licht die bewust deze reis is aangegaan om het licht te verspreiden en uit te zaaien in het universum. Herinner je je avontuurlijkheid en je levensvreugde weer.

Kun je het voor je zien: een fakkel van licht, van gloedvol vuur in je hart? Zie die eens branden, voel de warme gloed ervan, herken de geborgenheid die er van uit gaat….dit is de energie van thuis. Het licht zit al binnenin jou. Met je aardse persoonlijkheid hoef je het niet te maken, te creëren; je bent het al, alleen zijn jullie dat vergeten.

Deze tijd, waarin er veel angst en twijfel is in mensen en de duisternis soms de overhand lijkt te hebben, biedt ook grote kansen. Dat is het geheim van duisternis. Duisternis draagt de mogelijkheid in zich om jou te herinneren aan wie je bent, aan je eigen licht. Waarom zou God, de onuitputtelijke, levende kracht achter het universum, eigenlijk toelaten dat er duisternis is? Duisternis moet wel een rol spelen, anders zou het niet bestaan. Wat gebeurt er als alles donker om je heen wordt, als alle zekerheden, alle bakens waaraan je je voorheen vastklampte, je ontvallen? Dit is een moment waarop je je plotseling kunt herinneren wie jij bent. Als alle uiterlijke zekerheden wegvallen, ligt de weg naar binnen open, en plotseling kan het licht dat jij al bent, zich kenbaar maken. Je kunt in crisissituaties ontdekken dat je over grote moed beschikt, over doorzettingsvermogen, geloof, vertrouwen en hoop. Je ware kracht openbaart zich in het donkerst van de nacht. Juist periodes van pijn en angst hebben de potentie jouw kracht te doen ontwaken, als een vlammetje dat wordt aangewakkerd tot een vuur.

Zo zie je dat duisternis een rol speelt in de evolutie van het bewustzijn. Het is er niet om niks, het is een stuwende kracht. In het samenspel van licht en duisternis wordt de schepping geboren. Het is een schepping van tegenstellingen, en daarmee één van dynamiek, groei, ontdekken en creëren. Duisternis is een waardevol onderdeel van het universum.

Hoe kun je weer samenspelen met de duisternis in jezelf? Hoe kun je de scheppende kracht van duisternis goed benutten? Er is een natuurlijke neiging in alle mensen om duisternis te verafschuwen, om geen pijn te willen voelen, geen angst, geen ziekte, geen narigheid. Het vraagt om een innerlijke bewustwording om toch “ja” te zeggen tegen wat naar en moeilijk aanvoelt, om de mogelijkheid open te houden dat het doorleven van die pijn en narigheid je ergens brengt. Het vraagt om moed en vertrouwen om je door de duisternis mee te laten voeren naar onbekend terrein, naar nieuwe ervaringen, die je diep van binnen eigenlijk altijd had willen verkennen, alleen je durfde het niet aan. Een crisis verlegt je grenzen, het legt nieuw terrein braak, en als je er eenmaal doorheen bent, is je bewustzijn erdoor verdiept en verrijkt. Hoeveel mensen zeggen niet: “achteraf ben ik blij dat ik deze ziekte, deze ramp, deze ellende heb meegemaakt. Ondanks alle pijn heeft het me iets gegeven, heeft het me tot de kern gebracht van wie ik ben.” Dát is de potentie die in duisternis ligt. Dat het een terrein braak legt waarop jij in contact komt met wie jij echt bent. Dat het je doet beseffen dat er een onverwoestbaar licht in je brandt, en dat je het gaat durven uitstralen.

Als er op dit moment nare gevoelens in je leven zijn, zoals onzekerheid, angst, terugkerende pijn of onvrede, probeer deze eens niet weg te drukken of te veroordelen. Probeer de aanwezigheid van die duisternis te zien als een hulpmiddel. Hou de mogelijkheid open dat die duisternis jou iets te vertellen heeft, dat ze je dichterbij gaat brengen bij wie je echt bent, bij je ware kracht.

Stel je voor dat je in een donkere ruimte bent. Je zit daar heel stil, en om je heen voel je de stemmingen, emoties en gedachtes die jou bedrukken en dwars zitten. Voel hun energie maar in die donkere ruimte. Jij zit in het midden, heel stil en neutraal. En dan ervaar je in het centrum van je hart een licht. Je ziet een vlam, en je stelt je voor dat je met je rechterhand die vlam als een fakkel vasthoudt, en deze langzaam omhoog houdt, zodat de ruimte om je heen verlicht wordt. Je doet dit heel rustig en zacht. Je wilt de donkere energieën die jou bedrukken niet verjagen, je wilt ze belichten. Kijk eens wat er dan om je heen verschijnt, in die ruimte. Wat gebeurt er met de donkere emoties als ze belicht worden door jouw innerlijk licht? Misschien neem je ze waar in de vorm van een gestalte, en zie je iemand staan die angst heeft, of iemand die kwaad is, of bedroefd. Dit zijn delen van jou. Kijk eens wat jouw licht doet met de donkere gestaltes in jouw ruimte. Vertel hen dat ze er mogen zijn, dat ze allen een belangrijke boodschap voor jou hebben, en dat jij die graag van hen ontvangt. Kies er dan één uit, de gestalte die jou het meest opvalt, en vraag wat haar of zijn boodschap is. Wat heeft zij of hij nodig van jou?

Juist de delen van jou die heftige geëmotioneerd zijn, dragen een belangrijke boodschap met zich mee. De sleutel om die te ontvangen is dat je hen vertrouwt, dat je met hen samen speelt, in plaats van hen te verstoren. Voel eens de kracht van jouw licht. Voel de warme gloed ervan, het begrip dat erin leeft. Je hoeft niet te strijden met je innerlijke duisternis. Je mag juist je warmte uitsturen naar die delen van jou die in angst, woede of verdriet leven. Licht is verbindend, niet scheidend. Licht strijdt niet met de duisternis, licht wil juist alles erbij betrekken. Iedereen mag erbij horen, het mag er allemaal zijn.

Voel nu wat voor sfeer er ontstaat in de ruimte waar je bent met jezelf. Kun je met tolerantie kijken naar die delen van jou die je dwars zitten? Mogen ze bij het vuur zitten, jouw innerlijke vuur? Heet je hen welkom, dan komt er rust en ontspanning in je wezen, want het is vooral van het strijden tegen duisternis dat je erg moe wordt, en vaak ook moedeloos. Zolang je met de duistere delen in jezelf een strijd voert, heb je er een oordeel over: je wilt ze kwijt, ze moeten weg. Dit oordeel voelt voor hen pijnlijk aan, ze voelen zich dan verstoten, verstoten van huis. Jij bent hun thuis. Het levende licht in jou is het baken waarnaar ze zoeken.

Op het moment dat je geconfronteerd wordt met duisternis in jezelf, herinner je het licht in je diepste wezen. Jij hebt het vermogen uit te reiken, warm licht te verspreiden om de meest beklemmende gevoelens in jezelf heen. Voel de warmte die leeft in je hart, het mededogen en begrip….dit is het Christuslicht, waarover ik sprak toen ik op aarde was. De Christus in jezelf geeft warmte en liefde aan dat wat verstoten en eenzaam is. Dit is iets wat je voor anderen kunt doen, maar allereerst is het iets dat je jezelf kunt geven. Want hoe vertrouwder jij bent met je eigen licht, met de verbindende, alomvattende kracht van het licht in jezelf, hoe meer je dat vanzelfsprekend uitstraalt naar anderen.

En je hoeft anderen niet “beter” te maken, je hoeft hun problemen niet op te lossen. Je bent er gewoon met jouw licht, het licht van erbarmen, het licht dat zegt: “alles mag er zijn, kom erbij, het vuur is er ook voor jou”. Het levende licht is het voedsel van de ziel waar ieder mens naar verlangt. Daarvan kwam ik getuigen op aarde, zoveel eeuwen geleden. Ik was daarin niet alleen. Er waren gelijkgestemden om mij heen die mij hielpen mijn levensmissie te vervullen. In deze wintertijd, uitmondend in het kerstfeest, vieren we wat er toen, bij mijn geboorte, ontstond. Laten we het beeld van mijn geboorte, ruim 2000 jaar geleden, innerlijk eens oproepen. Zie het tafereel voor je: een stal met wat stro, heel eenvoudig, een man en een vrouw die de stem van hun hart volgden, een klein kindje, omgeven door dieren, het vee wat er leefde, en door herders… Wat opvalt aan dit beeld is dat het in alle eenvoud zo rijk is aan levend licht. Geen opsmuk, geen uiterlijkheden, de mensen waren armoedig, het was een sobere omgeving. Juist daar, waar mensen elkaar ontmoetten in gelijkgestemdheid, eerlijk en open, kon het levende licht ontbranden. Velen van jullie koesteren dit beeld, waarin het kerstfeest wordt teruggebracht tot de essentie: de eenvoud van met elkaar verbonden zijn en een bijzonder licht ervaren in de duisternis. Het is mijn wens dat jullie  elkaar dit doorgeven. Mijn boodschap in die dagen was simpel: het levend licht is er in ieder mens. Herinner je dat, keer je in. Laat de duisternis een gids zijn die je naar binnen brengt, daar waar het koninkrijk Gods ligt. En wanneer je het daar vindt, verheug je erin en deel het met anderen, want licht wil van nature wil stralen, het wil zich vermenigvuldigen. Houd het niet tegen.

Stel je voor dat je de fakkel van licht die bij jou hoort, nu uitreikt naar een ander die in jouw leven een belangrijke rol speelt, en die je graag in het licht wilt zetten. Neem maar gewoon de eerste persoon die bij je opkomt, houd het eenvoudig. Stel je voor dat jij een fakkel van licht uitreikt naar die ander, dat is wat je te geven hebt. Geen woorden, geen advies, wel warmte, begrip, “kom erbij, je mag er zijn zoals je bent”. Je hoeft niets te verbeteren of te veranderen, laat de ander zijn zoals hij of zij is.

Kijk eens wat dat met de ander doet. Kijk eens in de ogen van die persoon, hoe ervaart hij of zij jouw licht? Kan hij of zij het ontvangen? En kijk nu eens wat het geven met jou doet. Jouw licht wordt er groter van. Als je licht weggeeft, wordt jouw eigen licht er niet minder van, het gaat er juist sterker door schijnen. Geef van jouw licht, vrijblijvend, niet om resultaat te boeken, maar omdat het je vervult. Het is je diepste aard om te stralen en het licht van je ziel vrij te geven in de wereld.


© Pamela Kribbe

www.pamela-kribbe.nl

www.jeshua.net (Engelstalig)