Pamela Kribbe channelt Jeshua

Lieve mensen,

Ik ben Jeshua, verbonden met jullie allen, in een veld van christusenergie. Met Christus bedoel ik het hart. Het hart als poort naar de liefde, de liefde die alles verbindt, die alle levende wezens omvat. Het woord Christus is slechts één naam daarvoor. Eigenlijk is het woord liefde beter, omdat het neutraler is, niet gebonden aan een traditie of een historisch tijdperk. Maar ook het woord liefde is vervormd geraakt, omdat liefde vaak heel persoonlijk wordt opgevat: iemand aardig vinden, iets voor iemand over hebben of voor iemand zorgen.

De liefde waarover ik spreek, is van een andere en diepere aard. Het is een liefde die leven geeft en niets terug eist. Onvoorwaardelijke liefde noemen jullie dat. Denk eens aan een moeder die een kind verwacht in haar buik. Er is een liefdesband tussen hen, maar die bevindt zich op een niveau dat dieper is dan de menselijke persoonlijkheid. De moeder kan positieve of negatieve gevoelens hebben over het kind dat ze draagt – er kunnen allerlei redenen zijn voor negatieve gevoelens – maar ondanks die twee polen is er een onderliggende laag van levengevende liefde tussen die twee zielen. Via elkaar, door elkaar heen, brengen ze nieuw leven voort. De vrouw wordt moeder, de ziel wordt kind. Deze liefde stuwt het leven voort en stuwt jullie voort, op jullie gang, op jullie weg, als ziel door vele levens heen.

Steeds opnieuw word je geboren en tracht je jezelf te vinden. In elk nieuw leven op aarde ontwikkel je iets van jezelf dat er nog niet was, wel als potentie in de ziel, maar dat is niet zoveel waard vergeleken bij het werkelijk beleven en actualiseren van wat de ziel mogelijk in zich draagt. Bijvoorbeeld, je kunt in de niet aardse sferen zijn, tussen levens in, en heel veel begrijpen en doorgronden over de wetten van het universum, de wetten van de liefde, de betekenis van het mens zijn et cetera. Maar zodra je in de incarnatie springt, zodra je werkelijk mens wordt op aarde van vlees en bloed, dan worden die kennis, die diepe inzichten, vergeten, of zelfs uiteen gescheurd, versplinterd door de pijn die je ervaart in het hier zijn op aarde. Dus wat in potentie in de ziel leeft aan kennis en wijsheid moet door de belevingswerkelijkheid van de aarde heen, door de dualiteit heen, om werkelijk te worden, actueel, levend, om echt te zijn. Daarom zijn die hogere sferen, waar jullie soms zo naar terug verlangen, en waar jullie uit komen – jullie kennen ze al – zijn weliswaar van groot belang, maar niet iets om al te zeer op te hemelen of te idealiseren. Want het is hier in het vlees en het bloed, hier op aarde, dat de werkelijke groei en manifestatie plaatsvindt. Groei van de ziel, manifestatiekracht. Daar wordt het christusbewustzijn geboren, daar krijgt de liefde een naam en een vorm. Niet in die hemelse sferen, waarin alles relatief gemakkelijk wordt begrepen, geschouwd en gezien, maar hier, op aarde. Hier gebeurt het.

Ik weet dat jullie allen soms of vaak twijfelen aan de mogelijkheid van jezelf hier te realiseren, jezelf te verwerkelijken of zelfs maar goed te voelen, want er is veel dualiteit en zwaarte in deze werkelijkheid. Er is dat enorme gevoel van afgescheiden zijn van je bron, van je ziel, van dat innerlijk weten, wat je zo duidelijk bij je had voor je incarneerde toen je in hogere sferen was. Je mist dat, je mist die toegang tot je intuïtie, tot dat weten en je wordt daar soms ook boos en opstandig van, dat je dat radar mist en dat je overspoeld raakt door de indrukken van deze wereld, de angsten vooral, de overlevingsangsten, de angst voor dood, de angst voor armoede, geldtekort, de angst voor geweld, agressie in welke vorm dan ook, fysiek maar ook verbaal, sociale uitsluiting, er niet bij horen.

Jullie bewustzijn, als het losgekoppeld is van je intuïtie, je innerlijk weten, wordt heel kwetsbaar en slorpt die negatieve invloeden, die druk van buitenaf, op. Je raakt dan bedolven onder negatieve trillingen, zogezegd. Omdat je te weinig van je eigen oorsprong voelt, ben je niet zo weerbaar en voel je je eenzaam. In de kern betekent eenzaamheid dat je het contact met je eigen bron, met je eigen weten, verloren hebt. Eenzaamheid heeft gek genoeg niet te maken met hoeveel mensen je kent of niet kent, eenzaamheid heeft vooral te maken met de relatie tussen jou en jezelf. Het heeft te maken met hoe je met jezelf omgaat en vervolgens hoe je jezelf in de wereld neerzet. Hoe je je verhoudt tot de negatieve energieën om je heen, ook in mensen, de angsten, de overlevingsmechanismes. Als je er erg van onder de indruk bent en je jezelf niet durft te tonen vanuit jouw licht, jouw waarheid en jouw kennis, dan ga je je klein maken, je verstoppen. Dan kan het niet anders dan dat je je eenzaam gaat voelen. Je hebt al het contact verloren met jezelf, je eigen weten, je eigen grootheid, je eigen wijsheid. Dat is een heel pijnlijke situatie.

De oplossing ligt niet in iets buiten jou. Het ligt niet in wachten op een ander, wachten op een gelijkgestemde. Want jij bevindt je in die toestand zogezegd in de coulissen. Je durft het podium niet op en gaat achter de gordijnen staan wachten of iemand jou komt zien en komt halen. Maar je bent onzichtbaar voor de ander. En het merendeel van de mensen op aarde bevindt zich daar, in een donker hoekje achter de coulissen waar het pijnlijk en eenzaam is. Het lijkt o zo bedreigend om het podium op te stappen en je licht te laten schijnen.

Let op, wat bedoel ik met licht en je licht laten schijnen? Met licht bedoel ik echtheid, waarachtigheid, authenticiteit. Licht hoeft niet altijd mooi te zijn, maar het is wel echt. Licht wil zeggen: je innerlijk tonen aan anderen, je ervaringen delen, jezelf openbaren aan de wereld – of je je nu goed of slecht voelt. Vanuit je hart spreken, aanwezig zijn.

Hier wil ik iets opmerken over lichtwerkers in het algemeen. Jullie zijn eerder op aarde geweest en dragen al vele levens het verlangen in je mee om zaadjes, kiemen van licht te zaaien opdat het bewustzijn openbreekt op aarde, opdat hetgeen vastgeraakt is in structuren van macht, onderwerping, verstikking, om dat open te breken. Er zit een bepaald revolutionair verlangen in jullie om de bestaande orde omver te werpen zodat het leven weer kan stromen. Leven in de zin van creativiteit en originaliteit. In jullie vele levens op aarde zijn jullie ontmoedigd geraakt over je eigen lichtwerk. Je hebt in vorige levens ervaren hoe het was om vijandig behandeld te worden om die reden. Je stond op het podium, je was zichtbaar. Soms zelfs met een vuur dat overdonderend was voor de omgeving. Je zat niet altijd in de coulissen. Jullie kunnen allemaal in jezelf een passie voelen, een hartstocht voor verandering en verhoging van het bewustzijn op aarde. Die passie herinnert je eraan wie je bent en wat je zielsdoel is. Maar wat er voor lichtwerkers bij komt, is dat zij zulke slechte herinneringen hebben aan hier op aarde zijn en je licht laten schijnen, dat jullie vrijwel allemaal met een grote aarzeling begonnen zijn aan deze incarnatie. Velen van jullie hadden grote reserve om hier te zijn in dit leven. Er was weerstand en angst, onwil zelfs. Iets groters, de hand van de liefde in feite, gaf je toch dat zetje, dat duwtje om hier te zijn in deze tijd.

Maar, velen van jullie zijn slechts half geïncarneerd. Je ziel, of het deel van je ziel, dat getraumatiseerd raakte in andere levens, dat deel stribbelde tegen – en in velen van jullie stribbelt het nog steeds tegen – en vraagt zich steeds af: wat doe ik hier eigenlijk? Wil ik hier wel zijn? Het voelt onprettig, niet goed, niet thuis. En dit weerstandsdeel in jullie creëert ook precies die eenzaamheid die typisch is voor lichtwerkerzielen.

Ondertussen ben je heel gevoelig geraakt en ook al ben je hier niet totaal aanwezig omdat je hier niet echt wilt zijn, je neemt wel van alles op uit je omgeving. Je hart is open. Het is al eerder open geraakt, in levens vóór dit leven. Je neemt de stemmingen op van anderen, gevoelens van pijn en eenzaamheid. Je bent empathisch en diep doorvoelend. Dat absorberen van andermans gevoelens begint bij je ouders, broers of zussen en dat gaat later door, bij leeftijdsgenoten, een partner, etcetera.

Het probleem is dat als je maar half geïncarneerd bent, je ziel vooral aanwezig is in je hogere energiecentra: je hart is open, vaak ook je derde oog. Je bent in zekere zin als een spons voor de omgeving. Je mist de kracht van de basis, van de basischakra’s in je buik en je stuitje en  letterlijk soms de kracht in je benen, om hier te staan, vanuit jouw eigen energie. Als je niet goed geïncarneerd bent in de onderste helft van je lichaam, in de basis van je energieveld, sta je letterlijk wankel en je waait eerder met winden mee. Je wordt beïnvloed door verwachtingen, eisen van buitenaf en je voelt een innerlijke zwakte waardoor je teveel gaat hangen naar bevestiging van buiten, erkenning, bemoediging. Ook wanneer die uit bronnen komen die niet werkelijk zuiver zijn. Om een voorbeeld te noemen: je kunt gaan hechten aan de goedkeuring van een ouder, van je vader of moeder, terwijl hun motivatie voor jou niet per se overeenkomt met wat goed is voor jou. Ze willen bijvoorbeeld dat je genoeg geld gaat verdienen, niets tekort komt, dat je je goed aanpast aan de sociale werkelijkheid. Als je dat doet, krijg je goedkeuring, mooie complimenten. Maar dit voedt niet jouw oorspronkelijke zielsenergie, integendeel, het trekt je ervan af.

Zolang je niet goed in je eigen basis bent geland, ben je niet goed weerbaar daartegen en kan je vele jaren bezig zijn met te ontwarren: wat wil ik nu eigenlijk en wat willen de anderen, de buitenwereld, partner, familie? Dus is het van essentieel belang om jezelf ten eerste af te vragen: in hoeverre ben ik echt aanwezig? Wil ik hier zijn? Zeg ik ja tegen het leven? Dat is de eerste stap. En kijk hier neutraal naar. Verwijt jezelf niets. Kijk neutraal.

Doe dat op dit moment eens. Probeer je te ontspannen en even bewust adem te halen. En met je aandacht naar je hart toe te gaan. Stel je voor dat je adem als een zachte bries is die door je hart heen ruist, de weg open maakt. En vraag jezelf dan: ben ik hier? Ben ik hier aanwezig in mijn hart? Laat je bewustzijn in je hart zakken. Voel wat daar is. Je komt daar zeker ook pijn en verdriet tegen. Dat is oké, want je draagt pijn en verdriet mee. Het is niet zinvol om dat te ontkennen. Juist door het bewust zien van pijn, los je die geleidelijk aan op. Dus laat het licht van je bewustzijn toestromen naar pijn en verdriet in je hart. En ga dan omlaag naar je maagstreek, je zonnevlecht, en vraag weer: ben ik hier?

Is er een wens, of een verlangen dat je hebt? Wat is je grootste wens in je leven nu? Probeer het eens te benoemen, een woord of een paar woorden eraan te geven. Het kan iets uiterlijks zijn, bijvoorbeeld een relatie, een baan of een huis – dat is goed. Het kan iets innerlijks zijn, je vrijer voelen, onafhankelijker of opener. Wat is jouw wens? Zonder oordeel.
En vraag jezelf af: hoe voel ik me als die wens in vervulling gaat? Je hebt die wens omdat je iets wilt ervaren. Je verlangt naar het gevoel dat je hebt als die wens in vervulling gaat: vreugde, kracht, vervulling, verbinding, wat het ook is.
Roep dat gevoel op in jezelf, op de plek van je maag, je derde chakra.

Houd de energie van je wens vast. Wat wil je realiseren en wat voor gevoel geeft dat? En laat dan dat gevoel van die gerealiseerde wens doorstromen in je derde chakra. Een gevoel van vrijheid of overvloed of verbinding, wat je ook maar ten diepste wenst.
Kun jij dat ontvangen? Ben jij daar aanwezig om te ontvangen? Of is er ook iets wat zich terugtrekt en zegt: laat maar, het hoeft niet of het kan niet. Let goed op, en zonder enig oordeel. Vanuit nieuwsgierigheid vraag je jezelf af: kan ik de vervulling van mijn wens echt ontvangen?

Velen van jullie wensen en verlangen veel, maar zijn niet helemaal aanwezig om het gewenste te ontvangen, om het te aarden, om echt in de materie te zetten wat je verlangt. Daarom is het belangrijk deze oefening te doen, om je ervan bewust te worden waar je jezelf mogelijk blokkeert. Het is niet de maatschappij of de aarde buiten jou die jou tegenwerkt of tegenhoudt. Het is vaak je eigen onwil om hier te zijn die de manifestatiestroom tegenhoudt.

Ik vraag je ten slotte met je bewustzijn nog verder in te dalen in je buik, je navel, je bekken, je stuitje en daar even stil aanwezig te zijn. Word je bewust van de pijn van het verleden die jij meedraagt en die ook een collectieve erfenis is. Waarom neem je de pijn van een ander in je op? Waarom lijd je mee? Iets van de pijn van de ander resoneert in jou. Je herkent die pijn. Je bent een rijke ziel. Je hebt al heel veel meegemaakt door vele levens heen. Je herkent verschillende soorten pijn.

Voel de echo van het verleden in je eigen stuitchakra en onder in je buik, maar voel ook de kracht van jouw bewustzijn. Als jouw bewustzijn indaalt op aarde, dan is dat het meest krachtige wat er is. Het is de energie van de toekomst die het verleden heelt. Jij bent nieuw. Een deel van jou draagt oude pijn met zich mee, maar de jij, die ik nu aanspreek, is nieuw. Voel kracht en inzicht. Je bent gerijpt door de incarnaties heen. Je bent werkelijk wijs geworden en niet door abstracte kennis of door wat je hebt gezien en geweten in hogere sferen. Nee, juist door je opgebouwde ervaringen door vele levens heen, daardoor ben je wijs geworden. Wetend op een menselijke, doorleefde manier. Roep die wijsheid in je op. De wijsheid die je in mij ervaart of in de spirituele leraren – zoals jullie die kennen in verschillende tradities – die wijsheid die zit in jezelf, anders zou je de leraar ook niet herkennen.

Breng die wijsheid naar je basis, heel lichamelijk. Stel je voor dat je vanuit die wijsheid aanwezig bent in je buik en je stuitje en in je benen. Laat die wijsheid jou dragen in het dagelijks leven.
Als je je even voorstelt dat je dat doet, vanaf morgen, dat die wijsheid van al die incarnaties door je benen heen stroomt en contact maakt met de aarde en jouw dagelijkse leefwereld – voel even wat er dan gebeurt. Dan laat je je niet meer zo gek maken door deze wereld, die zo chaotisch en druk en vaak krankzinnig is. Als je die oude wijsheid toelaat, doe je waarvoor je bestemd bent: een baken van licht zijn, voor jezelf en voor anderen.

Dan voel je je niet eenzaam meer, zelfs al zijn er maar enkelen die jou begrijpen en in de diepte verstaan, met wie je een zielsband voelt. Vaak zijn er maar enkelen, maar dat is genoeg. Als jij hier verankerd bent vanuit jouw zielswijsheid, een oude wijsheid, dan ben je intens verbonden met jezelf, met de kosmos, of God zo je wilt, én met mensen om je heen. Als het gaat om de mensen om je heen, zul je met de één een diepere weerklank ervaren dan met de ander. Maar als je goed geworteld bent in je eigen zijn – en niet meer zo meebuigt met alle winden om je heen – dan is dat verschil in niveaus van contact met een ander geen probleem meer.

Het kan een enorme vreugde betekenen om een gelijkgestemde te ontmoeten. Dat voelt bijna als het terugvinden van een familielid. Jullie hebben dat vast wel ervaren in je leven. Maar besef ook, wat er ook gebeurt tussen jullie – want soms kan een ontmoeting tussen gelijkgestemden ook dramatische voorvallen kennen – wat er ook gebeurt – of je bij elkaar blijft of afscheid neemt – de bedoeling van zo’n ontmoeting is altijd dat je jezelf weer herinnert. Dat je je eigen ziel, de diepte en de grootte ervan, weer herinnert. Betekenisvolle ontmoetingen met een ander leiden je terug naar je ziel, of ze nu lang of kort duren. Dat is een geschenk. Til niet te zwaar aan welke vormen een ontmoeting, een relatie of vriendschap aanneemt in het dagelijks leven.

Hoe meer jij uit de coulissen tevoorschijn komt en durft vanuit jouw wijsheid er te zijn en te leven, hoe vaker je gelijkgestemden tegenkomt. Ze zien jou staan, je bent zichtbaar. Durf zichtbaar te worden en je heft de eenzaamheid op. Het vraagt om moed om zichtbaar te worden, om vanuit je hart te spreken en te handelen en jezelf niet meer te verbergen. Maar dit is jullie aller opdracht, het kan niet anders meer. De tijd van verstoppen, van verbergen is voorbij.

Ik dank jullie allen voor je moedige aanwezigheid op aarde in deze tijd. Jullie zijn bakens van licht.

@ Pamela Kribbe